In Nederland geldt een strenge norm: vrijwel alle inwoners moeten binnen 45 minuten met een ambulance de spoedeisende hulp in een ziekenhuis kunnen bereiken. Volgens het kabinet hebben streekziekenhuizen te weinig specialisten in dienst om altijd goede, acute zorg te leveren. Daarom wil de minister de zogenaamde ‘45-minutennorm’ loslaten en acute zorg concentreren.
Het voornemen leidt tot onrust in minder dichtbevolkte regio’s, waar leefbaarheid met het wegvallen van publieke voorzieningen al onder druk staat, zoals in Zeeland en Friesland. Zij vrezen dat zij verder moeten reizen in spoedgevallen. En dat zieken geen bezoek kunnen ontvangen vanwege de afstand. Het voornemen van het kabinet voedt ook het reeds bestaande wantrouwen in de regio’s versus “Den Haag”.
CDA en GroenLinks vinden nabijheid van zorg ook moet meetellen in de afweging van de minister. Volgens de partijen is zorg dichtbij namelijk van belang voor de mentale gemoedsrust en de brandweerfunctie voor inwoners, als ook voor de leefbaarheid van een regio. Ook vanuit medisch perspectief is nabijheid van belang, omdat het regionale ziekenhuis een netwerk heeft met de eerstelijnszorg en de patiënt kent.
Onderzoek in Denemarken heeft uitgewezen dat sluiting van spoedeisendehulpafdelingen niet heeft geleid tot betere of goedkopere zorg, zeggen de partijen. Hoogcomplexe acute zorg (5-10% van de acute zorgvragen) kunnen eventueel wel worden doorverwezen naar meer gespecialiseerde acute hulpdiensten.
Zorg is iets van ons en voor ons allemaal en moeten we koesteren, zegt Tweede Kamerlid Corinne Ellemeet (GroenLinks) “Als je met je moeder of kind naar de spoedeisende hulp moet, dan weet je hoe belangrijk is dat die dichtbij is. En dat als het nodig is, er plek is in het ziekenhuis in de buurt. Of thuis extra zorg kunt krijgen. Met de groeiende groep ouderen, is dat extra belangrijk. Daarom willen wij dat spoedeisende zorg in de buurt behouden blijft. En dat het kabinet juist meer gaat investeren in zorg dichtbij in plaats van minder.”