Het omroepdebat zit al jaren vast, omdat pappen en nathouden het telkens wint van echte hervormingen Het Kamerdebat over de publieke omroep driegt vandaag dan ook een herhaling van zetten te worden. De slechtst denkbare uitkomst is dan: de omroepvereni-gingen handhaven de status quo, de raad van bestuur trekt nog meer macht naar zich toe; kijkers en programmamakers hebben het nakijken.

 

GroenLinks wil de bestaande impasse doorbreken en vindt dat de Kamer zelf aan zet is. Naast een eigen lange termijn visie pleiten wij vandaag voor het instellen van een parlementair onderzoek naar de toekomst van het publieke bestel. Dit onderzoek dient niet alleen in kaart te brengen welke opties er voor een houdbaar bestel denkbaar zijn, maar zou wat ons betreft ook moeten uitmonden in een duidelijke voorkeursvariant. Het parlementair onderzoek naar het Klimaatbeleid heeft in het verleden aangetoond dat de Kamer ook op de toekomst gericht onderzoek kan doen en tot richtinggevende aanbevelingen kan komen over ingewikkelde maatschappelijke en institutionele veranderingen.

Bijkomend voordeel van het instellen van een dergelijk onderzoek is dat het alle politieke partijen dwingt hun visie te articuleren. GroenLinks heeft al zo’n visie. In de kern luidt die als volgt. GroenLinks wil een onafhankelijk publiek bestel, dat idealiter bestaat uit twee reclame vrije TV-netten met ieder een eigen redactie naar dagbladmodel.

  • Onafhankelijk, betekent dat de (subsidie)beoordeling en controle in handen is gelegd van onafhankelijke organen als het Commissariaat van de Media (voor bewaken van financiën, nevenactiviteiten etc.).
  • Twee netten, omdat ons taalgebied te klein is voor drie sterke publieke netten, de ‘weeffout’van Nederland 2 ( waar omroepen tegen hun zin moeten samenwerken) hersteld wordt en onnodige versnippering voorkomen wordt.
  • Reclamevrij, betekent dat reclame vlucht voorkomen wordt en (net als de BBC en BRT) de publieke televisie los komt te staan van grote commerciële invloeden. Met het wegvallen van één de drie netten ontstaat ruimte voor het reclamevrij maken van in ieder geval één net. Het wegvallen van de concurrentie tussen de omroep-verenigingen en de vermindering van overhead, management lagen en bureaucratie schept op termijn mogelijke genoeg financiële ruimte om ook het andere net reclamevrij te maken.
  • Introductie van het dagbladmodel, betekent twee onafhankelijke redacties (met redactiestatuten, een hoofdredacteur en medewerkers) die programma’s kunnen inkopen bij omroepverenigingen en buitenproducenten en zelf kunnen maken.
  • Tenslotte, zit daar boven een lichte raad van bestuur die de financiële en organisatorische continuïteit (de jaarrekening) bewaakt en verantwoordelijk is voor de band met de kijkers door het instellen van kijkerpanels en -raadplegingen (hier geeft de BBC ook handreikingen).

Uiteraard hopen wij dat de uitkomsten van een parlementair onderzoek naar de toekomst van het publieke bestel in deze richting gaan. Maar zaak is vooral dat de Kamer de urgentie van de besteldiscussie onderkent en dit onderzoek snel oppakt. Het is ruimschoots mogelijk om binnen de 3 jaar waarin de concessies gaan lopen dit onderzoek te voltooien én nieuwe wetgeving te maken.

Femke Halsema

Kees Vendrik